Voorbije tentoonstellingen - Pirana
Van 24 januari tot 03 april 2016
Pirana (pseudoniem voor Leon Van De Velde) werd in 1947 in het Oost-Vlaamse Zele geboren. Tekenen was altijd zijn passie en als klein ventje vulde hij er elk vrij moment mee in. Marc Sleen was zijn grote voorbeeld en van zijn moeder kreeg hij dan ook af en toe een Nero cadeau. Voor zijn vader primeerde echter de school. Maar dat belette niet dat de jonge Leon op zijn 15de toch naar de academie in Antwerpen mocht. Een opleiding die niet echt het gewenste resultaat opleverde. Leon wou immers striptekenaar worden en op de academie moest hij vooral stillevens tekenen. Een dikke buis op het einde van het jaar maakte een einde aan zijn korte academische carrière.
Tijdens zijn legerdienst publiceerde hij in het soldatenblaadje ‘Marsj’ en in diezelfde periode leerde hij ook HugoKé kennen. Hij bestempelde Van De Velde als een beloftevol talent, de revelatie van de zwarte humor, maar vond dat het noodzakelijk was een pseudoniem te hebben. Gezien Leon veel over het Amazonewoud las, kwam al snel de naam Pirana boven water.
In 1967 werd dan zijn eerste cartoon in ‘Het Volk’ gepubliceerd. In het begin was dit onder het thema ‘De Folterkamer’, daarna kwam het fors gebouwde typetje ‘Madam Dallemans’.... Pirana bleef voor ‘Het Volk’ werken tot de krant in 2008 met ‘Het Nieuwsblad’ fusioneerde. Tekenen voor een katholieke krant betekende dat er ook wel wat regeltjes waren, één ervan was geen seks. Dit compenseerde hij ruimschoots met zijn cartoons onder de noemer ‘Zwarte liefde’, waaruit zijn voorliefde voor Afrika en de zwarte vrouwen blijkt en de tentoonstelling in 2014 ‘Tienduizend erotische werken van Pirana’. Sommigen onder ons herinneren zich zeker en vast ook nog de stop-comics ‘Peli Pelikaan’ en ‘De belevenissen van Cyriel, Klinkse & Co’. Hij publiceerde verder nog in o.m. De Zwijger, Panorama, P-magazine, The Star, Penthouse en in verschillende buitenlandse bladen.
In de jaren 70 schoten de cartoonwedstrijden als paddestoelen uit de grond. Pirana viel op deze wedstrijden regelmatig in de prijzen, o.m. in 2000 op het cartoonfestival van Knokke. In die periode verpulverde hij ook meermaals het wereldrecord de langste cartoon maken. Naast de cartoons bleef Pirana zijn passie voor strips houden. Hij publiceerde zelf niet minder dan 23 stripalbums en was regelmatig te gast op stripfestivals in binnen- en buitenland. Hij heeft ook grappen bedacht voor TV-shows van Jacques Vermeire, Ivan Heylen en Jan Bucquoy en maakt ook schilderijen.
Typerend voor het werk van Pirana zijn de losse, minimalistische en uiterst éénvoudige tekenstijl en de zwarte, seksistische en no-nonsense humor. Pirana blikt zelf tevreden op zijn loopbaan als cartoonist terug: ‘Ik heb me nooit met de politiek of zo bezig gehouden, ik heb nooit moeten leven van mijn tekenen en dat gaf mij die o zo zalige vrijheid om mijn muze in beelden om te zetten. Dat niet iedereen wild enthousiast was over sommige tekeningen, neem ik er graag bij en ik heb daar ook nooit aanstoot aan genomen. Ieder vogeltje zingt nu éénmaal zoals het gebekt is’.
De tentoonstelling is te bezichtigen in het ECC van 24 januari tot 3 april 2016, elke zondag van 10 tot 12 en van 14 tot 17 uur. Voor groepen vanaf 10 personen ook op andere dagen mits afspraak.