De klare lijn verklaard
Naar aanleiding van de George van Raemdonck kartoenale met als thema ‘De Klare Lijn’ duiken we even onder in de wereld van de tekentechniek. De term is velen waarschijnlijk bekend. Laten we toch even kijken of we er allemaal hetzelfde onder verstaan.
Het was een techniek die George van Raemdonck als Belgisch kunstenaar gebruikte en dit waarschijnlijk als één van de eerste, zo niet de eerste. De term werd oorspronkelijk in het leven geroepen door Joost Swarte, een Nederlandse illustrator en graficus. Hij bedacht deze term om de tekenstijl van de pionier van de Europese strip te omschrijven, namelijk Hergé. Hergé behoeft als geestelijke vader van Kuifje, bezieler van het gelijknamige weekblad en inspiratiebron voor velen die na hem kwamen, nauwelijks nog een introductie. Zoals alle kunstenaars heeft Hergé ook een hele weg afgelegd voordat hij zich deze tekenstijl eigen maakte. Zowel in de korte strips (hier letterlijk, een strip) die hij tekende voor het scoutsmagazine naar zijn latere grafische werk in de reclame was er wel een gemeenschappelijke deler te vinden: zijn zoektocht naar helderheid…
Het is helderheid die de klare lijn definieert. Het kenmerkt zich door het nadrukkelijk aanbrengen van contouren, die worden opgevuld met kleur, om zo een tekening te krijgen die overzichtelijk en vooral duidelijk is. Hergé wou in de Avonturen van Kuifje een uiterst realistische wereld portretteren, wat de identificatie met de personages makkelijker maakt en waarschijnlijk heeft bijgedragen aan het succes van de reeks. De vlakverdeling is helder en er is uniformiteit doorheen de tekeningen, zoals bijvoorbeeld de lijndikte. Schaduwen en arceringen worden achterwege gelaten want ze behoren niet tot de essentie. En daar gaat het net over in het gebruik van deze techniek. De tekening wordt ontdaan van overbodige elementen die niets aan het verhaal toevoegen. De tekening is slechts een middel. Het doel: de lezer op een vlotte manier door het verhaal te helpen.
Het moge duidelijk wezen dat deze techniek nog steeds in overvloed gebruikt wordt. We groeiden er zelfs mee op! Wie hoorde als kind nooit het elfde gebod als we op restaurant een tekening kregen om in te kleuren? ‘Gij zult niet buiten de lijntjes kleuren!’ Zowel letterlijk als figuurlijk groeiden we op met deze regel en een lange traditie aan stripverhalen is gestoeld op deze techniek. Tegenwoordig moet er ‘out of the box’ worden gedacht. Dit zie je dan ook vertaald door het gebruik van andere technieken in de meer recente stripverhalen.
Maar hoe zit het in de cartoonwereld? Deze techniek heeft hier ook onmiskenbaar zijn plaats en dan denk ik vooral aan één specifieke groep cartoonisten. Wie moet er op korte tijd een duidelijke tekening maken met een niet mis te verstane mop? Inderdaad. De perscartoonisten. Handig als je snel moet werken en de tekening enkel een middel is om de mop over te brengen. Heb je wel de tijd? Blijf dan maar gerust uw tijd nemen om de cartoon zo esthetisch mogelijk te maken. Zijt maar zeker dat we er allemaal van genieten.